Blog #3: Spitzenkandidaten

Blog #3: Spitzenkandidaten

Afgelopen mei hebben de Europese verkiezingen weer plaatsgevonden. Naast dat het voor Europeanen mogelijk was om een stem uit te brengen op toekomstige Europarlementariërs, had elke partij ook een zogenaamde ‘Spitzenkandidat’ aangewezen. De ‘Spitzenkandidat’ van de partij die de verkiezingen won, zou dan worden voorgedragen als voorzitter van de Europese Commissie. Nadat de Europese Raad en het Europees Parlement hun goedkeuring zouden hebben gegeven, zou deze persoon dan officieel de nieuwe Commissievoorzitter worden. Nu blijkt dat, na lang beraad, de Duitse minister Ursula von der Leyen wordt voorgedragen als voorzitter van de Europese Commissie. Opmerkelijk, omdat zij niet behoorde tot de door de partijen voorgedragen ‘Spitzenkandidaten’. Hoe zit dit precies, en wat is precies een ‘Spitzenkandidat’? Je leest het hieronder in de Statigblog.

Door: Nicolaas Deventer

De introductie van de ‘Spitzenkandidaten’ vond plaats bij de Europese verkiezingen van 2014. De Europese verkiezingen kenmerken zich al decennia door een lage opkomst. Daarnaast daalde ook het percentage personen dat positief stond tegenover de Europese Unie. Door de benoeming van de voorzitter van de Commissie uit de achterkamertjes van Brussel te halen, en deze te koppelen aan de Europese Parlementsverkiezingen zou de belangstelling van de burgers worden vergroot. Daarnaast zou het ook een vergroting van de democratische legitimiteit opleveren doordat de kloof tussen de burger en de Europese politiek wordt verkleind en de transparantie toeneemt. Daar kwam nog bij dat er voor de invoering van de ‘Spitzenkandidat’ geen verdragswijziging nodig was. In 2014 werd de Europese Volkspartij, de christendemocratische partij, de grootste bij de verkiezingen en hun ‘Spitzenkandidat’ Jean-Claude Juncker werd vervolgens verkozen als voorzitter van de Commissie. Het resultaat van meer belangstelling bij de burger bleef echter uit; de opkomst was nog lager dan bij de Europese verkiezingen in 2009. Toch werd de invoering van de ‘Spitzenkandidat’ als een ‘klein’ succes gezien; er werd op gewezen dat de opkomst misschien nog lager zou zijn geweest bij de afwezigheid van de ‘spitzenkandidaten’. 

De afgelopen verkiezingen kende opnieuw een aantal door de Europese partijen naar voren geschoven ‘spitzenkandidaten’: Frans Timmermans voor de sociaaldemocraten, Bas Eickhout voor de Groenen, Violeta Tomić voor de Partij van Europees Links, Jan Zahradil voor de conservatieven, Guy Verhofstadt voor de liberalen en Manfred Weber voor de christendemocraten. Deze verkiezingen werd er meer gedaan om hen onder de aandacht van de kiezers te brengen. Er werd langer en intensiever campagne gevoerd en de kandidaten gingen een aantal keer met elkaar in debat. Met succes: de opkomst bedroeg afgelopen mei maar liefst 51%, een percentage dat sinds 1994 niet meer was gehaald. Ondanks dat het niet met zekerheid valt te zeggen dat deze hogere opkomst ook daadwerkelijk door de ‘spitzenkandidaten’ komt, was dit toch positief nieuws.

Toen eind mei de uitslagen bekend werden, en de christendemocratische EVP de grootste partij bleek te zijn geworden begon het politieke spel. Logischerwijs zou Manfred Weber als eerste moeten worden voorgedragen om de Commissie te gaan leiden. Dit werd echter tegengehouden door de regeringsleiders in de Europese Raad. Ook Frans Timmermans kon niet op voldoende steun rekenen onder de regeringsleiders in de Europese Raad. Met name een aantal Oost-Europese landen waren tegen de benoeming van de sociaaldemocraat Timmermans. Na lang vergaderen werd begin juli uiteindelijk de Duitse en christendemocratische minister genaamd Ursula von der Leyen door de Europese Raad voorgedragen als nieuwe voorzitter van de Commissie. Von der Leyen behoorde niet tot de groep door de partijen aangewezen ‘spitzenkandidaten’.

De voordracht door de Europese Raad van Von der Leyen betekent een forse dreun voor het systeem van de ‘spitzenkandidaten’ en het Europees Parlement. Ondanks dat de Raad niet verplicht is een van de Spitzenkandidaten voor te dragen voor goedkeuring door het Europees Parlement, is het wel zo dat van de Europese Raad verwacht wordt dat zij de uitslag van de Europese verkiezingen in ogenschouw nemen en dat de kandidaat van de grootste partij als eerst in aanmerking komt voor de positie van voorzitter van de Europese Commissie.  Met dit compromis tussen regeringsleiders lijkt precies te zijn gebeurd wat het systeem van de ‘spitzenkandidaten’ probeerde op te lossen: de benoeming uit de achterkamertjes halen en het vergroten van de democratische legitimiteit. Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks, en ‘Spitzenkandidat’ voor de Groenen noemde het op Twitter “Europa op haar slechtst”. 28 regeringsleiders hebben de stem van 200 miljoen kiezers opzijgezet en zelf een kandidaat naar voren geschoven.

Is dit dan ook gelijk de doodsteek voor het systeem van ‘spitzenkandidaten’? Daar lijkt het wel op. De regeringsleiders waren altijd al huiverig voor dit systeem. Zij wilde zelf de controle houden over de benoeming. Daarnaast vonden zij dat verdere politisering van de Commissie zou afdoen aan haar rol als neutrale bemiddelaar en hoedster van de verdragen. Het Europees Parlement heeft echter nog wel één troef in handen, dinsdag 16 juli is er een geheime stemming in Straatsburg waar het Europees Parlement haar goedkeuring moet geven over Von der Leyen als Commissievoorzitter. Bij een meerderheid (meer dan 374 stemmen) is zij definitief de nieuwe voorzitter. Momenteel lijkt zij echter nog stemmen tekort te komen. Haalt Von der Leyen uiteindelijk niet die meerderheid, dan begint het weer van voor af aan en zal de Europese Raad met een nieuwe kandidaat op de proppen moeten komen.